Horstroute

Technische gegevens 

Lengte van de rit : 34 km
Hoogteverschil : 125 m
Duur van de rit : een kleine halve dag
Bewegwijzering : zeshoekige borden
Toestand van de wegen : goed
Kwotering : gemakkelijk onder voorbehoud
(Twee korte maar lastige hellingen)
Wegenkaart : Michelin 533 Regionaal  Plooi  N 17
Startplaats : Station van Leuven

Wegwijzer   

Leuven (station) – Kessel-Lo – Provinciaal Domein – Abdij van Vlierbeek – Boskant – Linden – Speelberg – Wijngaardberg  -Kortrijk-Dutselweg – Matantjes – Galgenberg – Horst – St Pieters-Rode – Nieuwrode- Panoramastraat- – Wezemaal - Holsbeek – Kessel-Lo- Leuven. 

Tip (sterk aanbevolen) 

De combinatie tussen de Horstroute en de Meandersroute.  Het aansluiten heeft plaats  na de afdaling van de Panoramastraat (Nieuwrode),  vlak voor de brug onder de  autosnelweg (km 21), en wederom achter de kerk in Wezemaal  (km 45.5) waar het bordje “Horstroute” terug verschijnt.De lengte van het traject stijgt tot 57 km en het hoogteverschil naar 195m.
Pluspunten van die combinatie :  het ontdekken van de “Moedersmeule” in Gelrode, het centrum van  Aarschot, de Demeroevers,  het sportcentrum “De Meander” en mits een zeer korte omweg, de burgondische toren  “Ter Heyde” in Rotselaar.

Molen van Gelrode	Rotselaar Toren Ten Heiden

Info

Toerisme Vlaams-Brabant vzw
Provincieplein, 1
3010 – Leuven
tel : 016 267620
fax: 016 267676
e-mail : toerisme@vl-brabant.be
website : www.vlaams-brabant.be/toerisme
 

De fietsroute voert je langs de heuvels en groene dalen van het Hageland naar het kasteel van Horst.  De heuvelflanken zijn bedekt met wijnranken en boomgaarden, terwijl vruchtbare akkers en groene weiden de valleien kleuren.  Je rijdt voorbij indrukwekkende Hagelandse boerderijen.  Afwisseling genoeg op deze route, die je langs het provinciaal recreatiedomein van Kessel-Lo voert, langs de abdij van Vlierbeek, het Chartreuzenbos en de Heilige Geestmolen.
 

In het begin van de 15^de eeuw bouwt Amelryck Pynnock, Leuvens poorter, op Horst een typisch “heerlijke” woning: een prestigieuze donjon met ridderzaal en privé-kamer.  Maar de onderneming ruïneert hem, en hij moet het domein verkopen.
Twintig jaar later verwerft één van zijn verwanten, Lodewyc Pynnock, het kasteel opnieuw.  Hij is in Leuven de trouwe meier van de Habsburgse landvoogd Maximiliaan.  Die loyaliteit komt hem duur te staan wanneer zijn stadsgenoten in opstand komen tegen Maximiliaan.  De Leuvenaars steken zijn geliefde Horst in brand.  Lodewyc Pynnock krijgt herstelbetalingen.  Maar hij is blijkbaar vooral bezig met het ophouden van een “passende” adellijke leefstijl.  Horst raakt maar niet heropgebouwd, en Lodewyc Pynnock sterft zo verarmd dat zijn zus zijn begrafenis moet betalen.
 

Rond 1525 komt het kasteel in de handen van de Mechelse familie van Busleyden.  Zij maken van het kasteel een buitenverblijf met standing.  De van Busleydens gebruiken Horst onder andere als jachtslot.  Na een tweede brandstichting – ditmaal zijn de geuzen de daders – kunnen ze Horst maar beperkt herstellen.  In 1605 verandert het landgoed opnieuw van eigenaar.  Graaf van Schoonhoven d’Arschot, de nieuwe kasteelheer, is blijkbaar wel kapitaalkrachtig genoeg om Horst meer dan zijn oude allure terug te geven.
Zijn opvolger, Maria Anna van den Tympel, barones én gravin, houdt er in haar zomerverblijf een riante en tegelijk vroom katholieke leefcultuur op na.  Zij laat de ontvangstzaal, het dagverblijf en haar privé-kamer op de bel-étage verfraaien met barokke stucwerken.  Het zijn afbeeldingen vol zelfbewuste adellijke symboliek, en verhalen van Ovidius met een moraliserende ondertoon.  Haar zedelijke voorbeeldigheid geeft ze nog duidelijker gestalte door de bouw van een privé-kapel naast de donjon.  Ze wordt in de grafrede bij haar uitvaart in 1658 geprezen als een exemplarische vertegenwoordiger van haar stand.
 

Horst brengt de 18^de en de 19^de eeuw in relatieve rust door.  De meest ingrijpende gebeurtenis is de afbraak van een bouwvallige vleugel.
Het gebouw blijft in de 20^ste eeuw niet ongemoeid, maar de sfeer van de plek, die ons ook vandaag nog sterk aanspreekt, blijft gelukkig bewaard.  Deze eigenheid was een sterke inspiratiebron voor de nieuwe bestemming die Horst in de 21^ste eeuw tegemoet ziet...
 

Abdij van Vlierbeek	Detail Abdij van Vlierbeek

In 1125 schonk Godfried met de Baard, hertog van Lotharingen (1095 – 1135), een van zijn domeinen, Vlierbeek, aan de benediktijnenabdij van Affligem.  Er werd een priorij gevestigd : het eerste klooster in de Leuvense streek.
De abdij werd tweemaal geplunderd sedert haar oprichting : in 1572 door de troepen van Willem van Oranje en twee eeuwen later door de Franse Overheersing.  De abdijgemeenschap hield op te bestaan.  Alles werd verkocht.
In 1829 werd de onafhankelijke parochie Vlierbeek opgericht met de vroegere kloosterkerk als religieus centrum.                                      
 

 bruffaertsjo@skynet.be