José Bruffaerts       Ecrivain Public

 

     
 

 


 
« La Montagne de Reims »

Een gebergte in het bekken van Parijs. U glimlacht. En nochtans ! Ieder jaar, in het begin van de herfst, vindt in die streek een wielerklassieker plaats en de wielertoeristen die ooit aan die tocht hebben deelgenomen weten duidelijk dat het reliëf heuvelachtig is.

In de vroege morgen van deze zondag wordt het vertrek gegeven aan meer dan 2700 deelnemers komende uit Frankrijk, België, Groot-Britannië, enz. om de Champagnestreek te veroveren.
Als wij de omgeving van Reims verlaten, ligt het landschap onder een dikke mantel van mist te rusten. Frans wordt er zwijgzaam van. Aangeplakte pijlen geven duidelijk de weg aan en zeer vlug moeten we afrekenen met een eerste helling van 9% die naar de “ Chapelle St Lié ” voert. De controle vindt in de nabijheid van de kapel plaats tussen de wijngaarden waaruit een groot deel van de Champagnestreek ontdekt wordt. Wijngaarden overal – links, rechts, beneden, kortbij, in de verte. Het is spijtig dat het zichtpunt gedeeltelijk door de mist verstoord wordt.
Terugkerend op onze passen kruisen we talrijke medeplichtigen die allerlei gezichten trekken. Na die gevaarlijke afdaling fietsen wij in zuidelijke richting.
Ecueil – Nogent-Sermiers – Fleury – Damery. Het is een aaneenschakeling van klimwerk en afdalingen. De molen van Frans draait vierkantig. Mijn vriend ziet er niet al te best uit na een woelige nacht.

 


Bij het oversteken van de “Marne” verandert het landschap. Inderdaad voor de eeste keer van de dag krijgen wij maïsvelden te zien. De zon doorbreekt eindelijk de mist en verwarmt ons afgekoeld lichaam. Het wordt nog een prachtige dag.
Een tweede zware helling leidt ons naar Vauciennes, een typisch dorpje met een romaanse kerk. Controle en foto. Dat zou het moreel van mijn vriend moeten verbeteren. Na die kuitenbijter van 14% alweer en even steile afdaling tot op de grote baan naar Epernay. Enkele kilometers voor de hoofdstad van de Champagnestreek verlaten we de grote baan en nemen links af om naar Hautvillers op te trekken, het dorpje waar Dom Perignon de champagnemethode ontworpen heeft. Eenmaal is geen maal : “Smaakt anders dan trappist”.
De helling begint zeer steil. Na een honderdtal meters ontploft mijn achtertube. De vervanging gebeurt zonder problemen en we kunnen langzaam de beklimming verder zetten.
Befaamde namen zoals Moët & Chandon, Canard Duchêne en andere verschijnen regelmatig langs de wegen. In Hautvillers zijn de huisjes nog mooier dan elders. Trossen hangendegeraniums versieren de gevels en geven het dorp een welvarende en rustige indruk.
En steeds vele wielertoeristen voor en achter ons. De weg blijft doorlopend stijgen tot de volgende controlepost, gelegen in een bos. Ik maak van de gelegenheid gebruik om mijn training uit te trekken. Er zijn nauwelijks 50 km afgelegd. Nooit waren we zo traag. Na een welgekomen afdaling met verschillende uitzichtpunten treffen we Ay. “1er Grand Cru van Champagne”, dat is de toon die ons voorgelegd wordt bij onze intrede in het stadje.
Volgwagens zijn afwezig. De organisator zorgt evenwel voor de technische hulp als voor het verstrekken van de eerste zorgen.
Wij gaan verder en alweer staat een kuitenbijter van 17% ons op te wachten voor het bereiken van Mutigny. Terug controle. Frans daalt bedaard naar beneden. Het landschap begint te veranderen. Krijtbergen met hun wijngaarden maken plaats voor de “Champagne Humide” met haar bossen en haar weiden.
In Avenay-Val-d’Or heeft een plezante duivel een handvol spijkertjes op de straat gegooid. Het duurt niet lang alvorens we het ondervinden. Intussen gaat het steeds niet beter met mijn vriend Frans. Het slaapgebrek laat zich nog steeds gevoelen.
Louvois doet mij aan Michel Le Tellier denken die jarenlang als minister van Lodewijk XIV optrad. Aan de uitgang van het dorp is een zigeunerskamp opgesteld. De baan stijgt maar zonder te steile doorgangen. Wij blijven een momentje in het wiel van een tandem hangen.
Op korte afstand van de controlepost van Faux de Verzy zijn wij gedwongen te stoppen. Frans heeft een lekke achtertube, gevolg van de spijkerzaaier. Mijn voorwiel werd eveens geteisterd, maar ik wacht de controle af om een nieuwe tube op te steken.
Het hoogste punt van de Champagne met de “Mont Sinaï (283m)” is bereikt en bij de afdaling kruisen wij een wielertoeristenpeloton waarvan de truien aan de kleuren van een bekende wielerploeg doen denken.
 


Halfweg bergaf blijven wij aan de ingang van “Le Moulin de Verzenay” stilstaan, de enige windmolen van de streek, en we bewonderen de vallei en de heuveltjes vol wijngaarden.
Mailly-Champagne – Ludes. De beklimming vangt aan in het centrum van het dorpje. Eeen muur van 14%. Met het verzet uiterst links ondernemen we deze laatste helling voor de middag-pauze in Ville-en-Selve, controlepunt, waar de ravitaillering plaats heeft. Overvloedig - sandwich naar keuze, ei, brokje kaas, yoghurt, appel, een stuk roomtaart en drank naar genoegen. Kunt U dat geloven ! Er is trouwens zodanig veel volk dat wij besluiten iets verderop de lunch te gaan opeten aan de rand van het bos. Dat geeft de gelegenheid aan Frans om zich te verlichten. Het was hoog tijd.
Korte pauze en we fietsen verder. De zon schijnt geweldig hard en het doet deugd in de schaduw van de eiken en de beuken te kunnen fietsen. Inderdaad, zonder twijfel is het een klassieker die zijn faam niet gestolen heeft.
Germaine – St Imoges. Frans maakt een betere indruk dan voor de middag en ikzelf barst van gezondheid. Nooit voelde ik mij zo lekker.
Opnieuw volgen we de sporen van de Galliër Asterix, afgebeeld op een toeristisch bord. Laat ons niet vergeten dat wij in de wieg zitten waar Frankrijk ontstaan is.
Een reusachtige Tvmast staat op ons te loeren in Romery en weldra kruisen wij in Fleury-la-Rivière de baan van deze morgen.

Het tweede deel van de lus begint met de stijging van c.a 10%. Wij gaan de laatste 50 km in. Bossen maken plaats voor landbouw en wijngaarden.
In Cuchery draaien we kortaf om een zeer mooie en eigenaardige romaanse kerk.
Baslieux S/s Chatillon. Afdaling tot in de vallei van de Marne.
Chatillon sur Marne, volgende controlepunt, wordt gemakkelijk van ver erkend. Inderdaad, een reusachtig standbeeld van Urbanus (niet te verwarren met de ster van het Pajottenland), paus en promotor van de eerste kruistocht, draait zijn rug naar ons toe. Dat is het eindpunt van de beklimming die over 1500m aan 10% stijgt en eindigt met 15% in de laatste meters. Controle aan de voet van het standbeeld. Wij rusten even uit op een bank waar we beide onze yoghurt drinken naast de orienteertafel. Tegelijkertijd genieten we van het panorama van de vallei van de Marne.
Het kort af. De kuitenbijters liggen nu achter de rug. Trouwens, het landschap gelijkt op ons Pajottenland, heuvelachtig zonder meer. We blijven een beetje in de wielen hangen. De grote verzetten beginnen de neus buiten te steken. Frans telt de kilometers af. Daartegenover zou ik de rit verlengen. Zoiets moet U meegeleefd hebben om het te begrijpen. Feitelijk is die tocht de weerslag van Couvin-Croix Scaille-Couvin waar de rollen omgekeerd waren. “Potferdekke Frans, gij kunt toch altijd de beste niet zijn”.
Cuisles-Ville en Tardenois-Sarcy. De laatste controle vindt plaats in Aubilly. Tien minuten rust. We trekken verderop. Zoals gewoonlijk wordt het tempo in de laatste kilometers opgetrokken. Heel vlug hebben we de buildings van Reims als mikpunt en tegen half vier sluiten we de ronde af.
Degene die ooit aan Frans durft vertellen dat de Champagnestreek vlak is, weet niet wat hij te horen krijgt. Persoonlijk ben ik wel teleurgesteld over de hellingen. Ik had het moeilijker verwacht. Natuurlijk in topconditie schijnt alles een makkie te zijn.
In ieder geval zal de laatste zondag van september een formidabel goede ervaring blijven.

 


 

Andere tochten

bruffaertsjo@skynet.be